Jacoba Omvlee: de enige Emmense naar wie een straat werd vernoemd

Buiten leden van het Koninklijk Huis gerekend is er maar een weg in de gemeente Emmen vernoemd naar een vrouw: het Jacoba Omvleepad in de Emmer wijk Zuidbarge. Ze verrichtte een heldendaad door tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven te redden van een Joods gezin. Haar kleinzoon Jan heeft zich jarenlang ingezet voor dit eerbetoon.
"Zoals opoe het zei, zo gebeurde het", vertelt Jan Omvlee (77). Voor hem ligt een vuistdik fotoboek, opengeslagen op een pagina met een foto van zijn grootmoeder Jacoba (1885-1977). Standvastig en licht spottend kijkt ze de camera in. Niet een dame die met zich laat spotten. Jan onderstreept dat nog maar eens weer. Hij zit net midden in zijn verhaal over het bezoek van Jacoba aan de manufacturenwinkel van de Joodse familie Ten Brink.
Het is 1942 en Nederland zucht onder het Duitse juk. Mevrouw Ten Brink lichtte Jacoba in over de inhoud van een brief van haar zoon Leo. Hij moest zich melden bij de Duitsers en belandde in Kamp Linde. "Als het lukt, ga dan weg", drukte Leo in zijn schrijven zijn moeder op het hart. Leo zou uiteindelijk via Westerbork in de gaskamers van Auschwitz belanden. Mevrouw Ten Brink was ten einde raad. Waar kon haar gezin naar toe?

Spontane beslissing

Jacoba hoefde daar niet lang over na te denken. Zij en haar 16-jarige zoon Salco konden onderduiken in haar boerderij in Zuidbarge. Een spontane en bijzondere beslissing, legt Jan uit. "Jacoba was sinds 1928 weduwe nadat opa op 37-jarige leeftijd aan een bloedvergiftiging stierf. Sindsdien zorgde ze in haar eentje voor het reilen en zeilen in hun kruidenierszaak, hun molen en de opvoeding van hun acht kinderen."
Waarom dan ook de extra zorg en risico? "Ik denk dat het een spontane beslissing was. Bovendien was Jacoba streng gereformeerd. Ze zeg het als haar christelijke plicht om deze mensen op te vangen." Naast moeder en zoon, melden ook vader Ten Brink en zijn broer Meijer zich bij Jacoba. Twee zolderkamers in de boerderij van Jacoba zijn vanaf de zomer van 1942 hun nieuwe thuis.

Kantje boord

Zonder gevaar was het zeker niet, aldus Jan. Bijna waren de onderduikers gesnapt. "Een van mijn ooms werd opgeroepen door de Duitsers, maar hij wilde niet. Dus toen stonden de Duitsers opeens voor de deur." Jacoba houdt het hoofd koel. "Ze stond in haar nachtpon bij de deur. Ze zei: ik wil je er niet in hebben, niet voordat ik me fatsoenlijk heb aangekleed."
Hiermee won ze tijd, waardoor iedereen zich op tijd kon verstoppen. De Duitsers dropen met lege handen af. "Ze zochten ook niet erg fanatiek. Maar het was kantje boord."
De familie Ten Brink overleeft de oorlog en iedereen inclusief Jacoba pakt de draad weer op. Over de oorlog werd niet gepraat en echte erkenning voor de heldendaad van Jacoba is er nooit geweest. Pas na haar overlijden in 1977 kwam de waardering op gang. Een aangetrouwde neef van de familie Omvlee weet burgemeester Hans Ouwerkerk begin jaren tachtig te overtuigen om haar postuum het Verzetsherdenkingskruis toe te kennen.

Film

In 1986 overlijdt Meijer ten Brink in Amersfoort, als laatste van de vier onderduikers. "Mijn vader en enkele ooms hebben de dienst bijgewoond. Daar ontmoetten zij Joram, de zoon van Salco. Die kende het onderduikverhaal nauwelijks, omdat zijn vader nooit echt over die periode wilde praten." Het verhaal maakte op Joram, een filmregisseur, diepe indruk.
Waarop hij besloot er een film over te maken die in 1988 verscheen. De opnames waren in het huis van Jacoba en Jan, zijn broers en zus speelden ook rolletjes. Jan speelde de rol van Salco. "Geweldig om te doen, er kwam landelijk veel aandacht voor. We waren er ontzettend trots op."

Yad Vashem

De film vormde de aanloop naar een nieuw eerbetoon: de Yad Vashem, de hoogste Israelische onderscheiding voor niet-joden die Joden hebben geholpen ten tijde van de Holocaust. De eretitel is aangevraagd door Joram. De bijbehorende medaille hangt tegenwoordig in molen Zeldenrust in Zuidbarge, de windreus die al ruim 100 jaar in het bezit is van de familie.

Cirkel is rond

De vooralsnog laatste hulde die Jacoba ten deel viel was het vernoemen van een weg naar haar. Ongeveer acht jaar geleden werd het tuincentrum bij de molen opgedoekt om plaats te maken voor een woonwijkje. De weg door dat wijkje is, mede door de inzet van Jan, naar haar vernoemd. "Ik vond dat het haar toekwam. Wat ik bovendien mooi vind is dat de molen aan het naar haar vernoemde pad ligt.
De molen waarin ook dus de Yad Vashem en het Verzetsherdenkingskruis zich bevinden. Voor Jan is daarmee de cirkel rond. "De molen heeft zoveel voor haar betekend. En de molen overleeft ons allemaal."
Jacoba Omvlee: de enige Emmense naar wie een straat werd vernoemd

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.